Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to purport
01
beweren, pretenderen
to claim or suggest something, often falsely or without proof
Transitive: to purport to do sth
Voorbeelden
He purports to be an expert in finance, but he has no qualifications in the field.
Hij beweert een expert in financiën te zijn, maar heeft geen kwalificaties op dat gebied.
The website purports to offer exclusive deals, but many of them are not genuine.
De website beweert exclusieve deals aan te bieden, maar veel daarvan zijn niet echt.
02
pretenderen, de bedoeling hebben
to have the intention or purpose of doing something
Transitive: to purport to do sth
Voorbeelden
The company's new policy purports to reduce its carbon footprint.
Het nieuwe beleid van het bedrijf beweert zijn ecologische voetafdruk te verminderen.
He purports to finish the project by the end of the week.
Hij is van plan het project tegen het einde van de week af te ronden.
Purport
01
de betekenis, de bedoeling
the meaning, intention, or general sense of something
Voorbeelden
The purport of her remarks was a call for reconciliation.
De strekking van haar opmerkingen was een oproep tot verzoening.
He grasped the purport of the letter only after rereading it.
Hij begreep de strekking van de brief pas na herlezing.



























