Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
provident
01
vooruitziend, zuinig
planning and preparing for the future, particularly by managing one's finances
Voorbeelden
The economic downturn served as a stark reminder of the importance of provident financial planning.
De economische neergang diende als een schril reminder van het belang van vooruitziende financiële planning.
Despite earning modestly, Jake 's provident nature meant he rarely faced financial difficulties.
Ondanks een bescheiden inkomen betekende Jakes spaarzame aard dat hij zelden financiële problemen had.
02
vooruitziend, bedachtzaam
acting with foresight and consideration in one's personal matters
Voorbeelden
The provident farmer stored extra grain in case of poor harvests in the future.
De vooruitziende boer sloeg extra graan op voor het geval er in de toekomst slechte oogsten zouden zijn.
Sarah was always provident, saving a portion of her paycheck each month for unforeseen emergencies.
Sarah was altijd vooruitziend, ze spaarde elke maand een deel van haar salaris voor onvoorziene noodgevallen.
Lexicale Boom
improvident
providential
providently
provident
provide



























