Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
mountain bike
/mˈaʊntɪn bˈaɪk/
/mˈaʊntɪn bˈaɪk/
Mountain bike
01
mountainbike, MTB
a special kind of bike made for riding on rough roads or unpaved trails, with thick tires and a strong body
Voorbeelden
She spent the afternoon exploring new trails on her mountain bike.
Ze bracht de middag door met het verkennen van nieuwe paden op haar mountainbike.
They took their mountain bikes to the mountains for a weekend adventure.
Ze namen hun mountainbikes mee naar de bergen voor een weekendavontuur.



























