Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Mountain
01
berg, top
a very tall and large natural structure that looks like a huge hill with a pointed top that is often covered in snow
Voorbeelden
I took a photo of the mountain peak, capturing its majestic beauty.
Ik heb een foto gemaakt van de bergtop en zijn majestueuze schoonheid vastgelegd.
The mountain is a popular destination for climbers and hikers.
De berg is een populaire bestemming voor klimmers en wandelaars.
02
berg, hoop
a large amount or quantity of something
Voorbeelden
He has a mountain of work to finish by the end of the week.
Hij heeft een berg werk die hij tegen het einde van de week af moet hebben.
The charity received a mountain of donations after the appeal.
De liefdadigheidsinstelling ontving een berg aan donaties na de oproep.
Lexicale Boom
mountainous
mountain



























