Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Assurance
01
zekerheid, zelfvertrouwen
the state of feeling confident, certain, or self-assured about one's abilities, decisions, or actions
Voorbeelden
With years of experience in her field, she spoke with assurance and authority during the presentation.
Met jarenlange ervaring in haar vakgebied sprak ze met zelfverzekerdheid en autoriteit tijdens de presentatie.
The athlete 's success in training gave him the assurance needed to tackle the upcoming competition with confidence.
Het succes van de atleet in de training gaf hem de nodige zekerheid om met vertrouwen de aanstaande wedstrijd aan te gaan.
02
verzekering, garantie
a statement intended to inspire confidence
03
verzekering, belofte
a promise or pledge to do something
04
verzekering
a British term for some kinds of insurance
05
verzekering
a financial guarantee or compensation provided for potential loss or damage
Lexicale Boom
reassurance
assurance
assure
