Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
manisch, frenetiek
experiencing a state of extreme excitement, energy, or activity, often characterized by uncontrollable or frenzied behavior
Voorbeelden
During the holiday season, the shopping malls are often filled with manic shoppers rushing to buy gifts.
Tijdens het vakantieseizoen zijn de winkelcentra vaak gevuld met manische shoppers die haast hebben om cadeaus te kopen.
After drinking too much coffee, Tim became manic, talking rapidly and pacing around the room.
Nadat hij te veel koffie had gedronken, werd Tim manisch, snel pratend en rondlopend in de kamer.
02
manisch, dol
overexcited, hyper, or frantically energetic, often in a chaotic or unhinged way
SlangVoorbeelden
I cleaned the whole apartment at 2 AM. I was manic.
Ik heb het hele appartement schoongemaakt om 2 uur 's nachts. Ik was manisch.
She got manic before the big presentation.
Ze werd manisch voor de grote presentatie.
Lexicale Boom
manic
man
