loud
loud
laʊd
lawd
British pronunciation
/laʊd/

Definitie en betekenis van "loud"in het Engels

01

luid, hard

producing a sound or noise with high volume
loud definition and meaning
example
Voorbeelden
He slammed the door with a loud bang.
Hij sloeg de deur dicht met een luide klap.
His laugh is so loud that you can hear it from the next room.
Zijn lach is zo luid dat je hem vanuit de volgende kamer kunt horen.
02

schreeuwerig, opvallend

too bright in a distasteful way
loud definition and meaning
example
Voorbeelden
His suit was loud, with neon colors and bold patterns that caught everyone ’s eye.
Zijn pak was opzichtig, met neonkleuren en gedurfde patronen die ieders aandacht trokken.
The room was decorated in a loud style, with bright wallpaper and mismatched furniture.
De kamer was gedecoreerd in een opzichtige stijl, met fel behang en niet bij elkaar passend meubilair.
03

luid, schreeuwerig

(of a person) speaking or behaving in a forceful or attention-grabbing way
example
Voorbeelden
At every meeting, he was the loud one, eager to make his opinions known to all.
Bij elke vergadering was hij de luide, gretig om zijn mening aan iedereen bekend te maken.
His loud personality made him popular at parties but sometimes overwhelming in quieter settings.
Zijn luide persoonlijkheid maakte hem populair op feesten, maar soms overweldigend in rustigere omgevingen.
01

luid, lawaaiig

in a way that produces much noise
loud definition and meaning
example
Voorbeelden
He sang loud enough for the whole audience to hear.
Hij zong luid genoeg zodat het hele publiek het kon horen.
She laughed loud at the comedian ’s joke.
Ze lachte hard om de grap van de comedian.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store