Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to lift up
[phrase form: lift]
01
optillen, opheffen
to take someone or something and move them upward
Transitive: to lift up sb/sth
Voorbeelden
The father lifted up his son onto his shoulders for a better view of the parade.
De vader tilde zijn zoon op zijn schouders voor een beter zicht op de optocht.
The construction worker lifted the heavy beam up and placed it in position.
De bouwvakker tilde de zware balk op en plaatste hem op zijn plaats.
02
opbeuren, blij maken
to elevate someone's mood and make them feel happier or more hopeful
Transitive: to lift up someone's mood
Voorbeelden
The act of kindness lifted up the homeless man's heart and gave him a glimmer of hope for the future.
De daad van vriendelijkheid verhoogde het moreel van de dakloze man en gaf hem een sprankje hoop voor de toekomst.
The therapist 's empathetic words lifted up her mood and gave her the strength to confront her challenges.
De empathische woorden van de therapeut verbeterden haar stemming en gaven haar de kracht om haar uitdagingen aan te gaan.



























