Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to kvetch
01
zeuren, klagen
to complain or whine persistently and often about trivial matters
Voorbeelden
She tends to kvetch about the weather, no matter what it's like.
Ze heeft de neiging om over het weer te zeuren, hoe het ook is.
The employee would kvetch regularly about office policies.
De werknemer zou regelmatig zeuren over kantoorbeleid.
Kvetch
01
zeur, klaagzang
a persistent complaint, often minor or trivial
Voorbeelden
His kvetch about the weather lasted all morning.
Zijn kvetch over het weer duurde de hele ochtend.
She offered a kvetch over the quality of the hotel room.
Ze bood een kvetch aan over de kwaliteit van de hotelkamer.
02
zeur, klaagzanger
a person who frequently complains
Voorbeelden
He 's such a kvetch that no one invites him to group outings.
Hij is zo'n zeurpiet dat niemand hem uitnodigt voor groepsuitjes.
My grandfather was a kvetch, always pointing out the smallest annoyances.
Mijn grootvader was een zeurpiet, die altijd de kleinste ergernissen aanwees.



























