Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Insect
01
insect, beestje
a small creature such as a bee or ant that has six legs, and generally one or two pairs of wings
Voorbeelden
I was observing an insect crawling on the tree bark.
Ik was een insect aan het observeren dat over de boomschors kroop.
Insects have six legs and a segmented body.
Insecten hebben zes poten en een gesegmenteerd lichaam.
02
insect, schoft
a person who has a nasty or unethical character undeserving of respect



























