Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Home ground
01
vertrouwd terrein, expertisegebied
a situation, setting, or topic in which someone has familiarity, comfort, or expertise
Voorbeelden
When it comes to finance, she 's on her home ground.
Als het om financiën gaat, is ze op haar thuisbasis.
The debate shifted to his home ground, foreign policy.
Het debat verschoof naar zijn vertrouwde terrein, het buitenlands beleid.
02
speelveld, thuisstadion
the stadium or field where a sports team regularly plays its home games
Voorbeelden
Fans packed the stands of the home ground.
Fans vulden de tribunes van het thuisveld.
They trained daily on their home ground.
Ze trainden dagelijks op hun thuisveld.
