Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
haar, haren
the thin thread-like things that grow on our head
Voorbeelden
He carefully combed his hair before going out.
Hij kamde zorgvuldig zijn haar voordat hij wegging.
He put gel in his hair to style it for the interview.
Hij deed gel in zijn haar om het te stylen voor het interview.
02
haar, vacht
a filamentous projection or process on an organism
03
paardenhaar, kameelhaar
cloth woven from horsehair or camelhair; used for upholstery or stiffening in garments
04
haar, vacht
a thin, filamentous structure in animals that grows from the skin and serves various purposes such as warmth, camouflage, and sensory perception
05
plantaardige haar, plantenhaar
filamentous hairlike growth on a plant
06
een haar, een haartje
a very small distance or space
Lexicale Boom
hairless
hairlike
hairy
hair
