Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Guest house
01
gastenhuis, gastenpaviljoen
a small house separated from a larger one where guests can stay
Voorbeelden
The guest house nestled in the garden offered a tranquil retreat for visitors, with its cozy bedrooms and private patio.
Het gastenhuis genesteld in de tuin bood bezoekers een rustige retreat, met zijn gezellige slaapkamers en privé terras.
The guest house at the bed and breakfast featured charming decor and personalized service, ensuring a memorable stay for guests.
Het gastenverblijf in het bed and breakfast beschikte over charmante decoraties en gepersonaliseerde service, wat zorgde voor een onvergetelijk verblijf voor de gasten.
02
gastenverblijf, pension
a small building that provides temporary accommodation, usually with rooms for rent and breakfast included
Voorbeelden
We stayed in a charming guest house during our trip to the countryside.
We verbleven in een charmant gastenhuis tijdens onze reis naar het platteland.
The guest house offers comfortable rooms with home-cooked breakfast each morning.
Het gastenhuis biedt comfortabele kamers met elke ochtend een huisgemaakt ontbijt.
