Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Friend
01
vriend, maat
someone we like and trust
Voorbeelden
David and Samantha became friends after meeting at a book club and discovered their shared passion for literature.
David en Samantha werden vrienden nadat ze elkaar ontmoetten in een boekenclub en hun gedeelde passie voor literatuur ontdekten.
Jenny and Amy have been friends for years, and they often go on hiking trips together to explore nature.
Jenny en Amy zijn al jaren vriendinnen en gaan vaak samen op wandeltocht om de natuur te verkennen.
1.1
vriend, lid van het Religieus Genootschap der Vrienden opgericht door George Fox (de Vrienden hebben zichzelf nooit Quakers genoemd)
a member of the Religious Society of Friends founded by George Fox (the Friends have never called themselves Quakers)
1.2
vriend, maat
a person with whom you are acquainted
1.3
vriend, metgezel
an associate who provides cooperation or assistance
1.4
aanhanger, supporter
a person who backs a politician or a team etc.
1.5
vriend, contact
a person that one adds to the list of contacts of their account on the social media
to friend
01
als vriend toevoegen, bevriend raken met
to add someone to the list of contacts on social media
Transitive
Voorbeelden
She friended her coworker on Facebook after the meeting.
Ze heeft haar collega na de vergadering op Facebook bevriend.
They will friend anyone who shares similar interests.
Ze zullen als vriend toevoegen iedereen die vergelijkbare interesses deelt.
Lexicale Boom
friendless
friendly
friendship
friend



























