Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
flyer, folder
a small piece of paper that has information about something being advertised, usually printed in color and handed out to people by hand
Voorbeelden
She handed out flyers for the new café.
Ze deelde flyers uit voor het nieuwe café.
A flyer advertised discounts at the local gym.
Een flyer adverteerde kortingen in de lokale sportschool.
02
passagier, reiziger
a person traveling on an aircraft as a passenger
Voorbeelden
The flyer checked in two hours before the flight.
De passagier heeft twee uur voor de vlucht ingecheckt.
Frequent flyers often accumulate loyalty points.
Frequente reizigers verzamelen vaak loyaliteitspunten.
03
piloot, vlieger
a person who operates or pilots an aircraft
Voorbeelden
Female flyers were rare in early aviation history.
Vrouwelijke vliegers waren zeldzaam in de vroege geschiedenis van de luchtvaart.
The flyer guided the plane safely through the storm.
De piloot leidde het vliegtuig veilig door de storm.
Lexicale Boom
flyer
fly
