empower
em
ɪm
im
power
ˈpaʊər
pawēr
British pronunciation
/ɪmˈpaʊə/

Definitie en betekenis van "empower"in het Engels

to empower
01

machtigen, bekrachtigen

to give someone the power or authorization to do something particular
Transitive: to empower sb
to empower definition and meaning
example
Voorbeelden
The manager sought to empower the team by delegating decision-making authority.
De manager probeerde het team te bevoegdheden door beslissingsbevoegdheid te delegeren.
The new policy was designed to empower employees to contribute innovative ideas.
Het nieuwe beleid was ontworpen om werknemers te empoweren om innovatieve ideeën bij te dragen.
02

bekrachtigen, versterken

to give someone the ability, strength, or confidence to take control or make decisions independently
Transitive: to empower sb
example
Voorbeelden
The mentor ’s advice helped empower her to pursue her career goals.
Het advies van de mentor hielp haar te empoweren om haar carrièredoelen na te streven.
The organization aims to empower women by providing education and resources.
De organisatie streeft ernaar vrouwen te empoweren door onderwijs en middelen te bieden.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store