dominate
do
ˈdɑ
daa
mi
nate
ˌneɪt
neit
British pronunciation
/dˈɒmɪnˌe‍ɪt/

Definitie en betekenis van "dominate"in het Engels

to dominate
01

domineren, beheersen

to have the power to completely or partially control someone or something
Transitive: to dominate sth
to dominate definition and meaning
example
Voorbeelden
In the competitive business world, companies strive to dominate their market.
In de competitieve zakelijke wereld streven bedrijven ernaar om hun markt te domineren.
Over the years, the country 's military has dominated the region.
Door de jaren heen heeft het leger van het land de regio gedomineerd.
02

domineren, overheersen

to be more numerous, powerful, or significant than everything else around it
Transitive: to dominate a place or situation
example
Voorbeelden
Women dominated the conference, with more female speakers than male.
Vrouwen domineerden de conferentie, met meer vrouwelijke sprekers dan mannelijke.
Technology companies dominate the stock market with their high profits.
Technologiebedrijven domineren de aandelenmarkt met hun hoge winsten.
03

domineren, controleren

to have control over something such as a behavior or situation
Transitive: to dominate a behavior or situation
example
Voorbeelden
Money often dominates political decisions, overshadowing the needs of the people.
Geld domineert vaak politieke beslissingen, waardoor de behoeften van de mensen overschaduwd worden.
Technology now dominates our daily lives, shaping how we communicate and work.
Technologie domineert nu ons dagelijks leven en bepaalt hoe we communiceren en werken.
04

domineren, uitsteken

to stand above and have a view or control over everything around it
Transitive: to dominate an area or landscape
example
Voorbeelden
The castle dominated the valley from its high position on the hill.
Het kasteel domineerde de vallei vanaf zijn hoge positie op de heuvel.
The mountain dominated the landscape, visible from miles away.
De berg domineerde het landschap, zichtbaar van mijlenver.
05

domineren, overtreffen

to be the most noticeable or influential person or thing in a situation
Transitive: to dominate a situation
example
Voorbeelden
The star player dominated the game, scoring the most points.
De sterrenspeler domineerde het spel en scoorde de meeste punten.
Her opinion dominated the meeting, with everyone agreeing with her suggestions.
Haar mening domineerde de vergadering, iedereen was het eens met haar suggesties.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store