Zoeken
Discourse
01
discourse, discours
the use of language in a larger context, including conversations, written texts, and social interactions, where meaning is constructed and communicated through the organization and flow of language
02
discours, spraak
an extended communication (often interactive) dealing with some particular topic
03
preek, toespraak
an address of a religious nature (usually delivered during a church service)
to discourse
01
discussiëren, preken over
to talk about something confidently, suggesting that one is well informed about it
Example
In a passionate speech, the politician began to discourse on the importance of economic reforms, presenting a detailed plan to stimulate growth and address income inequality.
In een vurig betoog begon de politicus te discussiëren over het belang van economische hervormingen, waarbij hij een gedetailleerd plan presenteerde om de groei te stimuleren en inkomensongelijkheid aan te pakken.
The professor discoursed on the history of ancient civilizations, providing a comprehensive analysis of their cultural, social, and political developments.
De professor discusseerde over de geschiedenis van oude beschavingen en gaf een uitgebreide analyse van hun culturele, sociale en politieke ontwikkelingen.
02
discussiëren, debatteren
to engage in a discussion about something
Example
At the next team meeting, we will discourse about the new project proposal and share our ideas for its implementation.
Tijdens de volgende teamvergadering zullen we debatteren over het nieuwe projectvoorstel en onze ideeën voor de implementatie delen.
The couple enjoyed discoursing over a glass of wine, discussing their dreams, aspirations, and future plans.
Het paar genoot ervan om te discussiëren boven een glas wijn, waarbij ze hun dromen, ambities en toekomstplannen bespraken.
03
discussiëren, overleggen
to consider or examine in speech or writing
Nabije Woorden
