Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to demolish
01
slopen, vernietigen
to completely destroy or to knock down a building or another structure
Transitive: to demolish a building or structure
Voorbeelden
The old factory was demolished to make way for a new development.
De oude fabriek werd gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe ontwikkeling.
The wrecking ball was used to demolish the abandoned building.
De sloopkogel werd gebruikt om het verlaten gebouw te sloopen.
02
verslinden, opvreten
to eat something with a lot of enjoyment and finish it all
Transitive: to demolish food
Voorbeelden
He demolished the pizza in no time.
Hij heeft de pizza in een oogwenk verorberd.
The kids managed to demolish the entire cake.
De kinderen slaagden erin de hele taart te vernietigen.
03
slopen, vernietigen
to achieve an overwhelming victory over a player or team
Transitive: to demolish an opponent
Voorbeelden
Our team demolished their opponents with a final score of 10-0.
Ons team heeft zijn tegenstanders met een einduitslag van 10-0 vernietigd.
The reigning champion demolished his challenger in straight sets.
De regerend kampioen vernietigde zijn uitdager in opeenvolgende sets.
04
slopen, vernietigen
to completely eliminate or destroy something
Transitive: to demolish sth
Voorbeelden
The new policy aims to demolish outdated practices in the workplace.
Het nieuwe beleid is gericht op het sloop van verouderde praktijken op de werkplek.
The scandal demolished his chances of winning the election.
Het schandaal vernietigde zijn kansen om de verkiezingen te winnen.
Lexicale Boom
demolished
demolishing
demolish



























