cruise
cruise
kru:z
krooz
British pronunciation
/kruːz/

Definitie en betekenis van "cruise"in het Engels

to cruise
01

cruisen, varen

to go on vacation by a ship or boat
Intransitive: to cruise somewhere
to cruise definition and meaning
example
Voorbeelden
For their anniversary, the couple decided to cruise around the Caribbean.
Voor hun jubileum besloot het stel een cruise te maken rond de Caraïben.
Instead of the usual road trip, the family opted to cruise along the European coastline.
In plaats van de gebruikelijke roadtrip, koos het gezin voor een cruise langs de Europese kustlijn.
02

rondslenteren, dwalen

to wander about an area in a relaxed manner, often with the intention of finding interesting sights, experiences, or hidden gems
Intransitive: to cruise somewhere
example
Voorbeelden
On lazy Sundays, they love to cruise through the quaint neighborhoods.
Op luie zondagen houden ze ervan om door de pittoreske buurten te ronddwalen.
The birdwatchers spent the afternoon cruising along the riverbanks.
De vogelaars brachten de middag door met ronddwalen langs de rivieroevers.
03

cruisen, varen

to travel at a consistent and efficient speed
Intransitive
example
Voorbeelden
The pilot instructed the airplane crew to cruise at a specific altitude and speed.
De piloot instrueerde de vliegtuigbemanning om op een specifieke hoogte en snelheid te cruisen.
The ship captain directed the crew to cruise at a moderate speed once they reached open waters.
De scheepskapitein leidde de bemanning om met een gematigde snelheid te varen zodra ze open water bereikten.
04

flirten, op zoek gaan naar ontmoetingen

to seek a casual sexual encounter in a public place, typically between gay men
Intransitive: to cruise somewhere
SlangSlang
example
Voorbeelden
He likes to cruise at the local club on weekends.
Hij houdt ervan om in het weekend te cruisen in de lokale club.
Everyone joked that she was cruising online for dates.
Iedereen grapte dat ze online aan het cruisen was voor dates.
05

glijden, moeiteloos vooruitgaan

to win or achieve something with little or no effort
Intransitive: to cruise to an achievement
example
Voorbeelden
Despite tough competition, the experienced team managed to cruise to victory.
Ondanks zware concurrentie wist het ervaren team moeiteloos naar de overwinning te zeilen.
The seasoned chess player could strategically plan his moves, allowing him to cruise to success in the tournament.
De ervaren schaakspeler kon zijn zetten strategisch plannen, waardoor hij moeiteloos naar succes in het toernooi kon glijden.
01

cruise

a journey taken by a ship for pleasure, especially one involving several destinations
cruise definition and meaning
example
Voorbeelden
They booked a Caribbean cruise for their honeymoon, eager to explore tropical islands and relax on luxurious cruise liners.
Ze boekten een Caribische cruise voor hun huwelijksreis, verlangend om tropische eilanden te verkennen en te ontspannen op luxe cruiseschepen.
She enjoyed the onboard entertainment and dining options during her cruise to Alaska, admiring the stunning scenery from the deck.
Ze genoot van het entertainment aan boord en de dineropties tijdens haar cruise naar Alaska, terwijl ze het prachtige uitzicht vanaf het dek bewonderde.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store