Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to confess
01
bekennen, toegeven
to admit, especially to the police or legal authorities, that one has committed a crime or has done something wrong
Intransitive: to confess | to confess to an offense
Voorbeelden
The suspect decided to confess to the crime during the police interrogation.
De verdachte besloot de misdaad te bekennen tijdens het politieverhoor.
The witness 's decision to confess to their involvement in the incident provided crucial information to the investigation.
Het besluit van de getuige om hun betrokkenheid bij het incident te bekennen, leverde cruciale informatie op voor het onderzoek.
02
bekennen, toegeven
to admit something, especially when it makes you feel uncomfortable or guilty
Transitive: to confess that | to confess to sth
Voorbeelden
She confessed that she had broken the vase by accident.
Ze bekende dat ze per ongeluk de vaas had gebroken.
I had to confess that I forgot about our meeting.
Ik moest bekennen dat ik onze afspraak was vergeten.
03
biechten, bekennen
to admit one's faults and sins in front of a priest
Transitive: to confess one's sins
Voorbeelden
The priest listened patiently as she began to confess her struggles.
De priester luisterde geduldig terwijl ze begon haar strijd te biechten.
She felt a sense of relief after choosing to confess her sins.
Ze voelde een gevoel van opluchting nadat ze ervoor koos om haar zonden te biechten.
Lexicale Boom
confession
confessor
confess



























