Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Voorbeelden
As a dedicated fitness coach, he helped people achieve their health goals.
Als een toegewijde fitness-coach hielp hij mensen hun gezondheidsdoelen te bereiken.
Sarah's basketball coach guided her team to the city championship.
Sarah's basketbalcoach leidde haar team naar het stads kampioenschap.
02
koets, wagen
a type of carriage or vehicle used for transportation, typically pulled by horses or other animals
Voorbeelden
They traveled in a luxurious coach for the royal parade.
Ze reisden in een luxe koets voor de koninklijke optocht.
The coach was beautifully decorated with gold trim.
De koets was prachtig versierd met gouden biezen.
03
bus, tourbus
a bus with comfortable seats that carries many passengers, used for long journeys
Voorbeelden
They traveled to Paris by coach, enjoying the comfortable seats and scenic views.
Ze reisden met de tourbus naar Parijs en genoten van de comfortabele stoelen en het mooie uitzicht.
The coach stopped at various towns along the route, picking up more passengers.
De bus stopte in verschillende steden langs de route en nam meer passagiers mee.
05
coach, trainer
a person who provides personalized guidance or training in a specific area
Voorbeelden
She hired a vocal coach to improve her singing technique.
Ze huurde een vocale coach in om haar zangtechniek te verbeteren.
The tennis player worked closely with a coach to refine her backhand stroke.
De tennisspeelster werkte nauw samen met een coach om haar backhandslag te verfijnen.
06
goedkoopste klasse, economy class
the cheapest class of accommodations on a train or plane
to coach
01
trainen, coachen
to help someone or a team learn and improve their skills or achieve goals, often through personalized guidance and feedback
Transitive: to coach sb | to coach sb in a skill
Voorbeelden
She coached the students to help them excel in their studies.
Ze coachte de studenten om hen te helpen excelleren in hun studies.
He coached entrepreneurs to achieve success.
Hij coachte ondernemers om succes te behalen.
02
reizen met een koets, zich verplaatsen met een paardenkoets
to travel by a horse-drawn carriage
Intransitive: to coach somewhere
Voorbeelden
The tourists coached through Europe, stopping at various cities to explore historical landmarks.
De toeristen reisden door Europa met een koets en stopten in verschillende steden om historische bezienswaardigheden te verkennen.
She plans to coach across the country to visit family members living in different states.
Ze plant om per koets door het land te reizen om familieleden te bezoeken die in verschillende staten wonen.



























