Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to cheat
01
bedriegen, oplichten
to trick someone, typically with the intention of depriving them of something valuable
Transitive: to cheat sb out of a valuable possession
Voorbeelden
She realized her business partner had cheated her out of a fair share of the profits.
Ze realiseerde zich dat haar zakenpartner haar had bedrogen door haar een eerlijk deel van de winst te onthouden.
She was devastated when she found out someone had cheated her out of her inheritance.
Ze was kapot toen ze ontdekte dat iemand haar had bedrogen om haar van haar erfenis te beroven.
1.1
bedriegen, valsspelen
to win or gain an advantage in a game, competition, etc. by breaking rules or acting unfairly
Intransitive
Voorbeelden
He cheats during card games by secretly looking at other players' hands.
Hij bedriegt tijdens kaartspellen door stiekem naar de handen van andere spelers te kijken.
The student cheats on tests by copying answers from a hidden cheat sheet.
De student bedriegt bij toetsen door antwoorden te kopiëren van een verborgen spiekbriefje.
1.2
bedriegen, misleiden
to manipulate or deceive someone in order to control or guide them
Transitive: to cheat sb into sth
Voorbeelden
The con artist cheated the elderly couple into handing over their life savings.
De oplichter bedroog het oudere stel om hun levensbesparingen over te dragen.
She felt betrayed when she realized he had been cheating her into thinking he was sincere.
Ze voelde zich verraden toen ze zich realiseerde dat hij haar had bedrogen om te denken dat hij oprecht was.
1.3
bedriegen, ontrouw zijn
to be sexually unfaithful to one's partner by engaging in romantic or intimate activities with someone else
Intransitive: to cheat | to cheat on one's partner
Voorbeelden
Trust is a crucial element in any relationship, and cheating can break that trust irreparably.
Vertrouwen is een cruciaal element in elke relatie, en bedriegen kan dat vertrouwen onherstelbaar breken.
She discovered that her partner had cheated on her, leading to a painful breakup.
Ze ontdekte dat haar partner haar bedrogen had, wat leidde tot een pijnlijke breuk.
01
bedrog, fraude
a deception for profit to yourself
1.1
bedrog, zwendel
the act of swindling by some fraudulent scheme
1.2
bedrieger, leugenaar
someone who leads you to believe something that is not true
Dialect
British
03
bedrog, bedrogspel
a card game that is typically played with a standard deck of 52 cards by three or more players, with the objective of getting rid of all of one's cards by playing them face down in a pile
Lexicale Boom
cheater
cheating
cheating
cheat



























