Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Brother
Voorbeelden
Emily 's brother likes to play video games and watch sports on TV.
Emily's broer houdt ervan om videogames te spelen en sport te kijken op tv.
He is always protective of her younger brother and looks out for him.
Hij is altijd beschermend over zijn jongere broer en let op hem.
Voorbeelden
Brother Thomas spends his days in prayer and service at the monastery.
Broeder Thomas brengt zijn dagen door in gebed en dienst in het klooster.
The abbey is home to several brothers who have devoted their lives to spiritual practice.
De abdij is de thuisbasis van verschillende broeders die hun leven hebben gewijd aan spirituele beoefening.
Voorbeelden
What 's up, brother? It's been a while!
Hoe is het, broer? Het is al een tijdje geleden!
You 're always there when I need you, man. You 're a true brother.
Je bent er altijd wanneer ik je nodig heb, man. Je bent een echte broer.
Lexicale Boom
brotherhood
brotherlike
brotherly
brother



























