Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
travel sickness
/tɹˈævəl sˈɪknəs/
/tɹˈavəl sˈɪknəs/
Travel sickness
01
reisziekte
a feeling of nausea and dizziness caused by motion, especially during travel in a vehicle like a car, boat, or plane
Voorbeelden
She often experiences travel sickness when traveling by car for long distances.
Ze heeft vaak last van reisziekte wanneer ze lange afstanden met de auto reist.
He gets travel sickness whenever he's not driving, especially in the backseat.
Hij wordt reisziek wanneer hij niet aan het rijden is, vooral op de achterbank.



























