Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to lay on
[phrase form: lay]
01
verstrekken, aanbieden
to supply someone with something, particularly food or entertainment
Dialect
British
Voorbeelden
The hotel laid on a sumptuous breakfast buffet for its guests.
Het hotel zette een weelderig ontbijtbuffet op voor zijn gasten.
The government laid on a package of financial assistance for those affected by the natural disaster.
De regering verstrekte een pakket financiële hulp voor degenen die getroffen zijn door de natuurramp.
02
opleggen, opdringen
to burden someone with something difficult or unpleasant
Voorbeelden
The boss laid too much work on his employees, expecting them to work overtime every night.
De baas legde te veel werk op zijn werknemers, in de verwachting dat ze elke avond overuren zouden maken.
The parent laid too much guilt on their child, making them feel bad about everything.
De ouder legde te veel schuld op hun kind, waardoor ze zich overal slecht over voelden.
03
herhalen, volharden
to repeatedly say something
Voorbeelden
The politician laid on the same talking points about the economy throughout the debate.
De politicus herhaalde tijdens het hele debat dezelfde punten over de economie.
The salesperson laid the pressure on, trying to convince me to buy the product.
De verkoper zette de druk op, om me te overtuigen het product te kopen.



























