Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to pull on
[phrase form: pull]
01
aantrekken, over zich heen trekken
to wear a garment by pulling it over one's body without fastening it
Voorbeelden
Feeling cold, she pulled on a cozy sweater.
Omdat ze het koud had, trok ze een knusse trui aan.
After his swim, he quickly pulled on a t-shirt.
Na zijn zwemmen trok hij snel een t-shirt aan.
02
trekken, aantrekken
to grab and tug something closer to one
Voorbeelden
He pulled the cat on to his lap and started petting it.
Hij trok de kat op zijn schoot en begon hem te aaien.
Can you pull the chair on closer to the table?
Kun je de stoel dichter bij de tafel trekken?
03
trekken aan, inademen
to inhale smoke from a cigarette or a similar item
Voorbeelden
In deep thought, he pulled on his cigar.
In diepe gedachten nam hij een trek van zijn sigaar.
She sat on the balcony and pulled on her cigarette, watching the city lights.
Ze zat op het balkon en trok aan haar sigaret, terwijl ze naar de stadslichten keek.



























