Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
round with
/mˈɛs ɐɹˈaʊnd wɪð/
to mess around with
[phrase form: mess]
01
spelen met, knutselen aan
to spend time playing, exploring, or making adjustments to something, usually for fun or improvement
Voorbeelden
She has messed around with different recipes to create the perfect dish.
Ze heeft met verschillende recepten gespeeld om het perfecte gerecht te creëren.
During the weekend, he likes to mess around with old electronics, trying to fix and improve them.
In het weekend houdt hij ervan om met oude elektronica te klooien, om te proberen ze te repareren en te verbeteren.
02
knoeien met, spelen met
to use or touch something in a careless, playful, or irritating manner, often leading to unintended consequences or disturbances
Voorbeelden
While I was away, someone was messing around with my desk, rearranging things.
Toen ik weg was, was iemand aan het knoeien met mijn bureau, dingen aan het herschikken.
Stop messing around with the TV remote; I had it set up perfectly.
Stop met knoeien met de tv-afstandsbediening; ik had hem perfect ingesteld.



























