Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to pack up
[phrase form: pack]
01
inpakken, spullen pakken
to put things into containers or bags in order to transport or store them
Transitive: to pack up sth
Voorbeelden
She spent the evening packing up her belongings for the big move.
Ze bracht de avond door met het inpakken van haar spullen voor de grote verhuizing.
I always pack up my lunch the night before to save time in the morning.
Ik maak altijd de avond van tevoren mijn lunch klaar om 's ochtends tijd te besparen.
02
zijn spullen inpakken, zijn bezittingen voorbereiden
to prepare one's belongings for transportation to a new residence
Intransitive
Voorbeelden
Once the lease ends, they 'll pack up and start their journey overseas.
Zodra de huurovereenkomst eindigt, zullen ze hun spullen inpakken en hun reis naar het buitenland beginnen.
I need to pack up before the movers arrive.
Ik moet mijn spullen inpakken voordat de verhuizers arriveren.
03
het opgeven, stoppen met werken
to break or stop working, usually machinery or electronic equipment
Intransitive
Voorbeelden
My old computer finally packed up after ten years of use.
Mijn oude computer is na tien jaar gebruik eindelijk kapot gegaan.
The washing machine packed up, so we'll need to call a repair service.
De wasmachine is kapot gegaan, dus we moeten een reparatieservice bellen.



























