Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
onto
01
op, naar
used to show movement to a position or on a place or object
Voorbeelden
She stepped onto the stage, ready to deliver her speech to the audience.
The cat leaped onto the kitchen counter, searching for scraps of food.
02
op, in
into a particular position or group, often implying an addition or transition
Voorbeelden
She was added onto the board of directors last month.
Ze is vorige maand toegevoegd aan de raad van bestuur.
The new player was welcomed onto the team during the meeting.
De nieuwe speler werd tijdens de vergadering in het team verwelkomd.
