Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
into
Voorbeelden
She walked into the room and greeted everyone.
He dived into the pool and swam to the other side.
02
in, tegen
used to indicate movement towards something and getting in physical contact
Voorbeelden
The car lost control on the icy road and crashed into a tree.
De auto verloor de controle op de ijzige weg en crashte tegen een boom.
The bird flew into the window, startled by its reflection.
De vloog tegen het raam, geschrokken van zijn reflectie.
03
in, over
used to indicate the topic or subject of interest or insight
Voorbeelden
The research study provides a deep dive into the effects of climate change on coastal ecosystems.
Het onderzoeksrapport biedt een diepgaande duik in de effecten van klimaatverandering op kustecosystemen.
The seminar offered valuable insights into the latest trends in digital marketing.
Het seminarie bood waardevolle inzichten in de nieuwste trends in digitale marketing.
04
in, naar
used to indicate a transformation or alteration from one state or condition to another
Voorbeelden
The caterpillar transformed into a beautiful butterfly.
De rups veranderde in een prachtige vlinder.
The rain gradually changed into snow as the temperature dropped.
De regen veranderde geleidelijk in sneeuw toen de temperatuur daalde.
05
in
used to indicate division
Voorbeelden
The cake was divided into equal slices.
De taart werd in gelijke plakken verdeeld.
The team was split into two rival factions.
Het team werd opgesplitst in twee rivaliserende facties.



























