Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Only child
01
enige kind, enig kind
a person who has no siblings
Voorbeelden
As an only child, he received undivided attention from his parents.
Als enig kind kreeg hij alle aandacht van zijn ouders.
Being an only child, she grew up accustomed to solitude but cherished the close bond with her parents.
Als enig kind groeide ze op gewend aan eenzaamheid, maar koesterde ze de hechte band met haar ouders.
