Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to point to
[phrase form: point]
01
wijzen op, suggereren
to suggest that something is true or is the case
Transitive
Voorbeelden
The sudden decline in sales points to a decrease in consumer interest.
De plotselinge daling van de verkoop wijst op een afname van de consumenteninteresse.
The symptoms point to a possible infection.
De symptomen wijzen op een mogelijke infectie.
02
wijzen naar, aanwijzen
to physically gesture toward something or someone using one's finger or another object
Voorbeelden
He pointed to his friend in the crowd, letting us know where he was.
Hij wees naar zijn vriend in de menigte, ons laten weten waar hij was.
She pointed to the tallest building in the cityscape.
Ze wees naar het hoogste gebouw in het stadsbeeld.



























