Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
what
01
wat, welke
used in questions to ask for information or for someone’s opinion
Voorbeelden
What did you have for breakfast?
Wat heb je als ontbijt gegeten?
What is the capital of France?
Wat is de hoofdstad van Frankrijk?
02
wat, dat wat
used to represent an entire idea, concept, or clause within a sentence that acts as the subject or object of the verb or preposition
Voorbeelden
I did n't understand what you said.
Ik begreep niet wat je zei.
Tell me what you need.
Vertel me wat je nodig hebt.
what
01
welk, wat
used to introduce a clause or phrase in a general manner
Voorbeelden
I do n't know what time it is.
Ik weet niet hoe laat het is.
I need to know what date you'll arrive.
Ik moet weten op welke datum je aankomt.
