Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to welt
01
geselen, afranselen
to whip or strike someone harshly
Transitive: to welt sb
Voorbeelden
The cruel taskmaster would welt the disobedient slaves as a form of punishment.
De wrede opzichter geselde de ongehoorzame slaven als straf.
In historical accounts, prisoners were often welted for minor offenses.
In historische verslagen werden gevangenen vaak gegeseld voor kleine overtredingen.
02
zomen, boorden
to add or apply a raised edge or border to something, often by sewing or stitching
Transitive: to welt clothes or upholstery
Voorbeelden
The tailor welted the cuffs of the suit to give it a sharper look.
De kleermaker zoomde de manchetten van het pak om het een scherpere uitstraling te geven.
She welted the edges of the pillowcases for extra durability.
Ze heeft de randen van de kussenslopen gezoomd voor extra duurzaamheid.
01
versterkte naad, verhoogde naad
a raised or strengthened seam
02
zweer, bult
a raised mark on the skin (as produced by the blow of a whip); characteristic of many allergic reactions
Lexicale Boom
welter
welt
