Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to wad
01
op elkaar proppen, samendrukken
to compress or form into a lump or thick mass, often by tightly squeezing or rolling
Transitive: to wad a flexible object
Voorbeelden
He wadded the tissue into a small ball before disposing of it.
Hij propte het tissue tot een klein balletje voordat hij het weggooide.
To create a makeshift cushion, he wadded some newspapers and placed them on the chair.
Om een geïmproviseerd kussen te maken, propte hij wat kranten bij elkaar en legde ze op de stoel.
02
opvullen, stoppen
to fill something with a material to provide cushioning or insulation
Transitive: to wad sth with a soft material
Voorbeelden
The tailor wadded the jacket with soft padding to add extra insulation during cold weather.
De kleermaker vulde het jasje met zachte vulling om extra isolatie toe te voegen tijdens koud weer.
He wadded the toy with polyester fiberfill to make it soft and huggable.
Hij vulde het speelgoed met polyester vulling om het zacht en knuffelbaar te maken.
01
een pruimtabak, een bolletje
a wad of something chewable as tobacco
02
stapel, pakket
(often followed by `of') a large number or amount or extent
03
bal, prop
a small mass of soft material
04
bundel, rol
a thick bundle or roll of money, usually cash carried together
SlangVoorbeelden
The gambler dropped a whole wad on the table.
De gokker liet een hele bos op tafel vallen.
He waved a wad around to show off at the party.
Hij zwaaide met een bundel om op te scheppen op het feestje.
