Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Vicissitude
01
de wisselvalligheden, de veranderingen
the inherent tendency of life or nature to change, often through a cycle of alternating conditions such as prosperity and hardship, growth and decay, or joy and sorrow
Voorbeelden
The vicissitudes of the seasons shaped the rhythm of village life.
De wisselvalligheden van de seizoenen vormden het ritme van het dorpsleven.
Ancient philosophers pondered the vicissitudes of human existence.
Oude filosofen peinsden over de wisselvalligheden van het menselijk bestaan.
02
verandering, wisselvalligheid
a change, often unexpected, in one's situation or fortune
Voorbeelden
He endured the vicissitudes of a career in politics.
Hij doorstond de wisselvalligheden van een carrière in de politiek.
Their friendship survived the vicissitudes of time and distance.
Hun vriendschap overleefde de wisselvalligheden van tijd en afstand.



























