Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Unrest
01
onrust, oproer
a political situation in which there is anger among the people and protests are likely
Voorbeelden
The government ’s decision sparked widespread unrest across the country.
Het besluit van de regering leidde tot wijdverbreide onrust in het hele land.
Economic hardships led to increasing unrest among the population.
Economische moeilijkheden leidden tot toenemende onrust onder de bevolking.
02
onrust, ongerustheid
an internal state of unease or restless agitation
Voorbeelden
He felt a growing unrest that made it hard to concentrate on his work.
Hij voelde een groeiende onrust die het moeilijk maakte om zich op zijn werk te concentreren.
Nights of fitful sleep increased her sense of unrest about the upcoming move.
Nachten van onrustige slaap vergrootten haar gevoel van onrust over de aanstaande verhuizing.
Lexicale Boom
unrest
rest
