bet
bet
bet
bet
British pronunciation
/ˈbɛt/

Definitie en betekenis van "bet"in het Engels

to bet
01

wedden, gokken

to risk money on the result of a coming event by trying to predict it
Intransitive: to bet on sth
to bet definition and meaning
example
Voorbeelden
Friends often bet on sports events to make watching more exciting.
Vrienden wedden vaak op sportevenementen om het kijken spannender te maken.
Some people enjoy going to the casino to bet on games of chance.
Sommige mensen genieten ervan om naar het casino te gaan om te wedden op kansspelen.
02

wedden, vertrouwen

to trust or have strong belief in something or someone
Intransitive: to bet on sth
example
Voorbeelden
He bet on the team ’s ability to turn the game around in the final minutes.
Hij wedde op het vermogen van het team om de wedstrijd in de laatste minuten om te draaien.
She bet on her instincts, and they led her to the right decision.
Ze wedde op haar instincten, en die leidden haar naar de juiste beslissing.
03

wedden, gokken

to express confidence or certainty in something happening or being the case
Transitive: to bet that
example
Voorbeelden
I bet it will rain tomorrow because the sky looks very cloudy.
Ik wed dat het morgen gaat regenen omdat de lucht er erg bewolkt uitziet.
She bet that her favorite team would win the championship this year.
Ze wedde dat haar favoriete team dit jaar het kampioenschap zou winnen.
01

inzet, weddenschap

the money risked on a gamble
02

weddenschap, gok

the act of gambling
03

mening, visie

one's opinion or view about something
01

Afgesproken, Prima

used to express agreement, affirmation, or approval
SlangSlang
example
Voorbeelden
He said he'd help with the project, and I was like bet.
Hij zei dat hij zou helpen met het project, en ik was als weddenschap.
Joining the team for the tournament? Bet, I'm ready.
Zich bij het team voegen voor het toernooi? Bet, ik ben klaar.
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store