Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to stick to
[phrase form: stick]
01
vasthouden aan, volharden in
to continue doing something even though there are some hardships
Transitive: to stick to an activity or routine
Voorbeelden
The student stuck to her study schedule, even when exams seemed overwhelming.
De studente bleef bij haar studierooster, zelfs toen de examens overweldigend leken.
The writer stuck to his writing routine, continuing to write every day despite facing writer's block.
De schrijver bleef bij zijn schrijfroutine en bleef elke dag schrijven ondanks het hebben van een schrijversblock.
02
plakken aan, stevig vast blijven zitten aan
to remain firmly attached to something
Transitive: to stick to sth
Voorbeelden
The gum stuck to the bottom of my shoe, making it difficult to walk.
De kauwgom kleefde aan de zool van mijn schoen, wat het lopen moeilijk maakte.
The paint stuck to the canvas beautifully, creating a vibrant artwork.



























