Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Sovereign
01
the supreme ruler or head of a state, usually attaining the position through inheritance
Voorbeelden
The sovereign addressed the nation from the palace balcony.
The coronation of the new sovereign drew a large crowd.
sovereign
01
soeverein
(of a country or state) self-governed and free from external control
Voorbeelden
The newly established nation declared itself a sovereign state, free from colonial rule.
De nieuw opgerichte natie verklaarde zichzelf een soevereine staat, vrij van koloniaal bewind.
As a sovereign country, it has the right to make its own laws and govern its people without interference.
Als een soeverein land heeft het het recht om zijn eigen wetten te maken en zijn volk te regeren zonder inmenging.
02
soeverein, hoogste
possessing the highest level of authority or control
Voorbeelden
The sovereign ruler governed the kingdom with absolute authority and wisdom.
De soevereine heerser regeerde het koninkrijk met absolute autoriteit en wijsheid.
The sovereign leader made decisions that impacted the entire nation.
De soevereine leider nam beslissingen die invloed hadden op de hele natie.
