Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
01
het scheenbeen, het onderste deel van het been
the lower part of the leg of an animal between the knee and the ankle
Voorbeelden
The shank of a deer is lean and muscular, providing support for its body during swift movements.
Het schenkel van een hert is mager en gespierd, wat ondersteuning biedt voor zijn lichaam tijdens snelle bewegingen.
The lamb ’s tender shank is often slow-cooked to perfection in stews and braises.
Het malse schenkel van het lam wordt vaak langzaam tot in de perfectie gekookt in stoofschotels en braadschotels.
1.1
schenkel, bout
a cut of meat from the lower portion of an animal's leg, known for its rich flavor when cooked
Voorbeelden
My grandmother slow-cooked a lamb shank in a flavorful broth.
Mijn oma heeft een schenkel van een lam langzaam gekookt in een smaakvolle bouillon.
They organized a cozy dinner party and served braised pork shanks as the main course.
Ze organiseerden een gezellig etentje en serveerden gestoofde varkensschenkels als hoofdgerecht.
02
scheen, onderbeen
the part of the human leg between the knee and the ankle
Voorbeelden
The marathon runner felt a twinge in his left shank during the race.
De marathonloper voelde een pijn in zijn linker scheenbeen tijdens de race.
Physical therapy focused on strengthening the muscles around the shank.
Fysiotherapie richtte zich op het versterken van de spieren rond het scheenbeen.
03
een slechte golfslag waarbij de hiel van de club de bal raakt, een slechte golfslag waar de hiel van de club de bal treft
a poor golf stroke in which the heel of the club hits the ball
04
schacht, verbinding tussen hiel en zool
the narrow part of the shoe connecting the heel and the wide part of the sole
05
schacht, steel
cylinder forming the part of a bit by which it is held in the drill
06
schacht, lichaam
cylinder forming the part of a bolt between the thread and the head
07
schacht, handvat
cylinder forming a long narrow part of something
08
geïmproviseerd steekwapen, zelfgemaakt mes
an improvised stabbing weapon, often made from everyday items
Voorbeelden
He hid a shank in his bunk.
Hij verborg een shank in zijn stapelbed.
Guards confiscated a shank during the search.
Bewakers confisqueerden een geïmproviseerd steekwapen tijdens de zoekactie.
to shank
01
(een golfbal) raken met de hiel van een club, waardoor de bal in de verkeerde richting afwijkt
hit (a golf ball) with the heel of a club, causing the ball to veer in the wrong direction



























