Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
self-confidence
/ˌsɛɫfˈkɑnfədəns/
/sˈɛlfkˈɒnfɪdəns/
Self-confidence
01
zelfvertrouwen, zelfverzekerdheid
the belief and trust in oneself and one's abilities
Voorbeelden
Her self-confidence grew as she successfully completed each challenge.
Haar zelfvertrouwen groeide naarmate ze elke uitdaging succesvol voltooide.
Building self-confidence is essential for overcoming self-doubt.
Zelfvertrouwen is essentieel om aan jezelf te twijfelen te overwinnen.



























