Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to run along
[phrase form: run]
01
lopen langs, volgen
to be arranged in a straight line or to move in a specific direction without getting off track
Voorbeelden
The cars run along the highway in a steady stream.
De auto's rijden over de snelweg in een gestage stroom.
The fence runs along the edge of the property line.
Het hek loopt langs de rand van de eigendomslijn.
02
weggaan, verdwijnen
to leave someone's presence, often after being dismissed or given permission to do so
Voorbeelden
The teacher told the students it was time to run along.
De leraar vertelde de leerlingen dat het tijd was om te vertrekken.
The librarian told the young readers it was time to run along to the children's section.
De bibliothecaris vertelde de jonge lezers dat het tijd was om naar de kinderafdeling te gaan.



























