Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
round trip
/ɹˈaʊnd tɹˈɪp/
/ɹˈaʊnd tɹˈɪp/
round-tripRound trip
01
heen en terugreis, retourreis
a journey to a destination and back to the point of departure
Voorbeelden
We booked a round trip to Paris for the weekend.
We hebben een retourreis naar Parijs geboekt voor het weekend.
He was exhausted after the long round trip to the mountains.
Hij was uitgeput na de lange heen- en terugreis naar de bergen.
