Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
police officer
/pəˈliːs ˈɑːfɪsɚ/
/pəˈliːs ˈɒfɪsə/
Police officer
01
politieagent, politiebeambte
someone whose job is to protect people, catch criminals, and make sure that laws are obeyed
Voorbeelden
The brave police officer rushed to the scene of the accident to provide assistance.
De moedige politieagent haastte zich naar de plaats van het ongeluk om hulp te bieden.
The lost child was helped by a kind police officer to find their way home.
Het verdwaalde kind werd geholpen door een vriendelijke politieagent om de weg naar huis te vinden.



























