passport
pass
ˈpæs
pās
port
pɔrt
pawrt
British pronunciation
/ˈpɑːspɔːt/

Definitie en betekenis van "passport"in het Engels

01

paspoort, reisdocument

a document for traveling between countries
Wiki
passport definition and meaning
example
Voorbeelden
Do n't forget to bring your passport when you travel abroad.
Vergeet niet je paspoort mee te nemen als je naar het buitenland reist.
He carries his passport with him at all times when traveling.
Hij draagt zijn paspoort altijd bij zich als hij reist.
02

paspoort, sleutel

a thing that helps one achieve something or makes something possible
03

doorgangsbewijs, toestemming om te passeren

any authorization to pass or go somewhere
LanGeek
Download de App
langeek application

Download Mobile App

stars

app store