Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to partake
01
deelnemen, delen
to participate in consuming food
Transitive: to partake in food
Voorbeelden
The family gathered around the table to partake in a delicious home-cooked meal.
De familie verzamelde zich rond de tafel om deel te nemen aan een heerlijke zelfgemaakte maaltijd.
During the holiday feast, everyone eagerly partook in the array of festive dishes.
Tijdens het vakantiefeest nam iedereen gretig deel aan de verscheidenheid aan feestelijke gerechten.
02
deelnemen, meedoen
to participate in an event or activity
Transitive: to partake in an activity or event
Voorbeelden
We gathered around the table to partake in a delicious Thanksgiving feast.
We verzamelden ons rond de tafel om deel te nemen aan een heerlijk Thanksgiving-feest.
The students eagerly partook in the science fair, showcasing their experiments.
De studenten namen enthousiast deel aan de wetenschapsbeurs en toonden hun experimenten.
03
deelnemen, delen
to share or have a particular quality or characteristic
Transitive: to partake of a quality
Voorbeelden
His personality partakes of both kindness and determination.
Zijn persoonlijkheid deelt in zowel vriendelijkheid als vastberadenheid.
The novel partakes of elements of mystery and romance.
De roman deelt elementen van mysterie en romantiek.
Lexicale Boom
partaker
partake



























