Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
to avoid
01
vermijden, ontwijken
to intentionally stay away from or refuse contact with someone
Transitive: to avoid sb
Voorbeelden
To prevent a confrontation, he tried to avoid his ex-girlfriend at the party.
Om een confrontatie te voorkomen, probeerde hij zijn ex-vriendin op het feestje te vermijden.
She avoided her neighbors after their recent argument.
Ze ontweek haar buren na hun recente ruzie.
1.1
vermijden, wegblijven van
to keep away from or deliberately not do something
Transitive: to avoid an action or situation
Voorbeelden
They avoid smoking as it's detrimental to their health.
Ze vermijden roken omdat het schadelijk is voor hun gezondheid.
The doctor advised him to avoid excessive sugar intake.
De dokter adviseerde hem om overmatige suikerinname te vermijden.
02
vermijden, voorkomen
to stop something from taking place or occurring
Transitive: to avoid an undesirable occurrence
Voorbeelden
The safety measures in place are designed to avoid accidents in the workplace.
De ingevoerde veiligheidsmaatregelen zijn bedoeld om ongevallen op de werkplek te voorkomen.
She left early to avoid getting caught in the heavy traffic.
Ze vertrok vroeg om te voorkomen dat ze in het drukke verkeer terechtkwam.
03
annuleren, ongeldig verklaren
to cancel or invalidate a legal agreement, decision, or contract
Transitive: to avoid a legal agreement or decision
Voorbeelden
The judge avoided the contract, declaring it legally unenforceable.
De rechter vermijdde het contract en verklaarde het juridisch niet afdwingbaar.
The treaty was avoided after evidence of fraud emerged.
Het verdrag werd vermijd nadat bewijs van fraude naar voren kwam.



























