Zoeken
Selecteer de woordenboektaal
Optimism
01
optimisme
a temporary or situation-based sense of confidence that a specific outcome will be positive
Voorbeelden
She faced the final exam with optimism, confident that she had studied enough.
Ze benaderde het eindexamen met optimisme, ervan overtuigd dat ze genoeg had gestudeerd.
Despite the storm, there was optimism that the event would still take place.
Ondanks de storm was er optimisme dat het evenement nog zou plaatsvinden.
Voorbeelden
Despite the challenges, her optimism helped her stay focused and driven toward her goals.
Ondanks de uitdagingen hielp haar optimisme haar gefocust en gedreven te blijven naar haar doelen toe.
His natural optimism made him believe that everything would work out for the best, no matter how difficult the situation.
Zijn natuurlijke optimisme deed hem geloven dat alles uiteindelijk goed zou komen, hoe moeilijk de situatie ook was.
03
optimisme, geloof in de fundamentele goedheid van het universum
a philosophical belief that goodness prevails over evil or that the universe is fundamentally positive
Voorbeelden
Many philosophers have debated whether optimism about the universe is justified.
Veel filosofen hebben gedebatteerd of optimisme over het universum gerechtvaardigd is.
Her optimism in the fundamental goodness of people remained unshaken despite hardships.
Haar optimisme over de fundamentele goedheid van mensen bleef onwrikbaar ondanks tegenspoed.
Lexicale Boom
optimism
optim



























